Op de pagina Specialisaties kunt u lezen over een aantal verschillende behandelmethoden.
EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een relatief nieuwe therapie. Een eerste versie van EMDR werd in 1989 beschreven door de ontwikkelaarster ervan, de Amerikaanse psychologe Francine Shapiro. In de jaren daarna werd deze procedure verder uitgewerkt en ontwikkelde EMDR zich tot een volwaardige therapeutische methode.
Waarvoor is EMDR bedoeld?
Bepaalde gebeurtenissen kunnen diep ingrijpen in het leven van mensen. Een groot deel van de getroffenen 'verwerken' deze ervaringen op eigen kracht. Bij anderen ontwikkelen zich psychische klachten. Vaak gaat het om zich opdringende herinneringen aan de schokkende gebeurtenis, waaronder angstwekkende beelden (herbelevingen; 'flashbacks') en nachtmerries. Andere klachten die vaak voorkomen zijn schrik- en vermijdingsreacties. Als er aan bepaalde criteria wordt voldaan spreekt men van een 'post traumatische stress-stoornis' (PTSS).
Ofschoon PTSS nog steeds als het primaire indicatiegebied voor EMDR wordt beschouwd hebben de ervaringen met de toepassing van deze behandelmethode de afgelopen jaren laten zien dat het mogelijk is een grote verscheidenheid aan psychische aandoeningen en klachten te behandelen, die gepaard gaan met vermijdingsgedrag, somberheid en/of gevoelens van angst, schaamte, verdriet, schuld of boosheid. Uitgangspunt is telkens dat deze klachten zijn ontstaan als gevolg van een of meer beschadigende ervaringen. Daarmee worden gebeurtenissen bedoeld die dusdanige sporen hebben nagelaten in het geheugen van de persoon, dat hij of zij er nu nog steeds last van heeft. Voorbeelden daarvan zijn emotionele verwaarlozing, akelige ervaringen op medisch gebied, verlieservaringen, werkgerelateerde gebeurtenissen en andere schokkende, schaamtevolle of anderszins ingrijpende ervaringen. De belangrijkste insteek van de EMDR therapeut is de cliënt te helpen de herinneringen aan deze gebeurtenissen te verwerken, met de bedoeling daarmee de klachten te verminderen of te laten verdwijnen.
(Bron: Vereniging EMDR Nederland)
"Cognitieve gedragstherapie" is, zoals de naam al doet vermoeden, een combinatie van cognitieve therapie en gedragstherapie. Onderzoek heeft aangetoond dat cognitieve therapie en gedragstherapie vaak tot vergelijkbare resultaten komen in de behandeling van psychische klachten. Het is gebleken dat het veranderen van gedrag en het veranderen van gedachten goed samen kunnen gaan.
Gedragstherapie gaat ervan uit dat het merendeel van het menselijk gedrag is aangeleerd. Psychische klachten komen volgens deze theorie voort uit disfunctioneel gedrag. Door dat 'verkeerd' aangeleerde gedrag af te leren, en te vervangen door nieuw, gezond gedrag, zouden psychische problemen kunnen worden verholpen.
Cognitieve therapie is daarentegen gebaseerd op het idee dat psychische klachten voortkomen uit een negatieve manier van denken. De klachten worden in cognitieve therapie bestreden door de denkwijze ten opzichte van de klachten te veranderen. Uit de combinatie van deze twee is cognitieve gedragstherapie ontstaan. Hierbij gaat men uit van het idee dat gedachten en gedrag met elkaar verbonden zijn, en dat de aanpak van beide aspecten kan leiden tot een vermindering van de klacht.
Bij welke klachten?
Cognitieve gedragstherapie wordt bij veel psychische klachten ingezet. Vooral bij angstklachten blijkt cognitieve gedragstherapie uiterst efficiënt te werken. Daarnaast wordt cognitieve gedragstherapie veelvuldig ingezet bij klachten als depressie, stress, burn-out, subassertiviteit, relatieproblemen en fobieën.
"Cliëntgerichte psychotherapie" is een inzichtgevende psychotherapie.
Zelfontplooiing
Een belangrijk uitgangspunt van cliëntgerichte psychotherapie is dat psychisch welzijn samenhangt met de mogelijkheid om, binnen de gegevenheden van ons leven, ons zelf te zijn en ons verder als mens te ontwikkelen. In een omgeving die voldoende veiligheid biedt, kan men zich het beste ontplooien. Door een onveilige buiten- of binnenwereld kan dit proces van ontwikkeling stagneren en kunnen klachten ontstaan. U voelt zich bijvoorbeeld somber, gespannen of u hebt het gevoel vast te lopen. In een cliëntgerichte psychotherapie gaat het over deze klachten en de problemen waarmee deze klachten samenhangen.
Gedachten en gevoelens
Het zicht krijgen op deze persoonlijke problemen gaat beter wanneer iemand in contact is met zichzelf, met het eigen innerlijk, dus niet alleen met zijn gedachten maar vooral ook met zijn gevoelens. Door in gesprek te komen over deze gevoelens en gedachten, kunt u uw problemen onderzoeken en ontdekken hoe u hierin verder kunt komen.
De houding van de psychotherapeut
Een grondgedachte van de cliëntgerichte psychotherapie is dat de houding van de psychotherapeut in dit gesprek van groot belang is. Die therapeutische houding bestaat uit drie elementen: empathie, acceptatie en echtheid. Dat wil zeggen: de psychotherapeut leeft zich zo goed mogelijk in de cliënt in, accepteert de cliënt zoals hij is, d.w.z. hij is niet veroordelend en helpt de cliënt zichzelf niet te veroordelen en hij is als psychotherapeut in contact met zijn eigen gevoelens. In de cliëntgerichte visie zorgen deze basiselementen voor een veilig klimaat, waarin de cliënt zich verder kan ontwikkelen.
De persoon als geheel
Een cliëntgerichte therapie is persoonsgericht, dat wil zeggen dat de psychotherapeut niet uw psychische 'stoornis' als uitgangspunt neemt, maar u aanspreekt als persoon en met u onderzoekt hoe het komt dat u, met uw voorgeschiedenis en toekomstverwachting, op dit moment klachten heeft. Het gaat er hierbij niet zozeer om hoe de psychotherapeut uw problemen ziet, maar vooral om de betekenis die ze voor u hebben.
Voor welke problemen?
Mensen met uiteenlopende problemen kunnen baat hebben bij cliëntgerichte psychotherapie. Belangrijker echter dan de aard van uw klacht, is het feit dat u bereid bent, en in zekere zin behoefte voelt om in de therapie bij uzelf stil te staan. Er is meestal een aanleiding, in de werksituatie of in uw persoonlijke relaties, die u doet besluiten iets aan uw klachten of problemen te gaan doen.
Veelvoorkomende klachten en problemen
Om er een aantal te noemen: weinig zelfvertrouwen hebben en onzeker zijn, je somber voelen, gespannen zijn, slecht slapen, veel piekeren en tegen alles op zien, geen keuzes kunnen maken of niet weten wat je wilt, tot niets kunnen komen, perfectionistisch zijn, je negatief en kritisch voelen naar anderen, moeilijk kunnen genieten en overmatig controle houden, onder je niveau functioneren of juist jezelf groter voordoen dan je bent, in verschillende situaties steeds weer in dezelfde conflicten terechtkomen, geen relatie aan durven gaan of je ongelukkig voelen in de relatie, jezelf niet durven uitspreken of je geremd voelen in gezelschap, onduidelijke lichamelijke klachten hebben, een verstoord eetpatroon hebben, last hebben van nare of schokkende ervaringen die je hebt mee gemaakt.
* Wordt gegeven door de heer Drs. R. Jongbloets en de heer Drs. P. Sanders
** Wordt gegeven door de heer Drs. P. Sanders
(bron: Vereniging Cliëntgerichte Psychotherapie)
Lees verder over onze werkwijze: van afspraak maken tot klachtenregeling